28 januari 2021
Mooie woorden van wethouder Jordy Clemens
Op 27 januari vierden wij met een digitale borrel dat wij, samen met scholen, culturele instellingen, zzp'ers en beleidsmedewerkers, nog 4 jaar door mogen met het bevorderen van cultuureducatie met kwaliteit in Parkstad. Wethouder Jordy Clemens, wethouder onderwijs, jeugd, cultuur, erfgoed en wonen van de gemeente Heerlen, sprak mooie woorden in zijn online speech. Deze speech willen wij graag met jullie delen.
De onderstaande tekst blijft zo goed mogelijk bij de woorden die de wethouder sprak. Wil je de speech daadwerkelijk terug kijken? Neem dan contact met ons op via info@pitcultuurwijzer.nl.
"Goed om hier met een aantal mensen te zijn die er op hun manier aan hebben bijgedragen dat we nog 4 jaar verder kunnen met Pit Cultuurwijzer. Het is niet zomaar dat de subsidies verlengd worden, het is niet zomaar dat steeds meer scholen mee willen doen, het is niet zomaar dat wij als Gemeente ook zeggen, we willen nóg meer kinderen laten meeprofiteren van wat jullie in de steigers zetten. Dat is even een momentje waard, zou ik zeggen.
Dit zijn van die momenten dat je even stil staat en denkt “goh, wat is nou dat grotere verhaal waar we aan bouwen”.
Stel je eens voor dat kinderen van een jaar of 13 over een aantal jaar weten te vertellen in wat voor bijzondere regio wij leven. Dat zij vertellen over de bijzondere architectuur, de prachtige natuur die aan onze voeten ligt. Dat zij weten van de ongelofelijke geschiedenis van onze regio. Dat ze kunnen vertellen over het oudste stenen gebouw van Nederland, dat hier staat, hier in onze stad. Dat ze kunnen vertellen over het erfgoed dat we in al onze gemeenten hebben; Of dat nu kasteel Etzenrade is of Slot Schaesberg, kasteel Hoensbroek of Erenstein, dat maakt allemaal niet uit. Ik zou het geweldig vinden om de kinderen van de toekomst daarover te horen spreken.
Wat zou het fantastisch zijn als kinderen onlosmakelijk verbonden zijn met het verenigingsleven in onze regio. Met al die harmonieën, fanfares, bandjes, podia en kunstcollectieven. Stel je voor dat ze allemaal weten wat deze regio allemaal te bieden heeft. Stel je voor dat er kinderen uit onze regio op het podium staan tijdens IBE, tussen de wereldsterren, of bij Schrittmacher in het theater in een fantastische line up met de beste choreografen die we regelmatig hier in deze regio hebben. Dat is een droom die we allemaal delen.
En tegelijkertijd weten we ook dat in de praktijk heel veel kinderen nog nooit een voet in het museum hebben gezet, dat heel veel van die kinderen niets weten van de roots van deze regio, van de herkomst van alles wat je om je heen ziet en van de mensen die je om je heen ziet. Dat heel veel kinderen nog nooit een instrument hebben vastgehouden, laat staan hebben bespeeld. En dat ook heel veel kinderen net zo bang zijn voor dat dansje als ondergetekende. En voor ondergetekende is dat volledig terecht, maar als kind moet je dat uitproberen en wil je die talenten ontdekken, verkennen, ontwikkelen.
Die twee werelden, die droomwereld en de wereld zoals hij voor veel kinderen helaas toch nog is, die willen we dichter bij elkaar brengen. En dat is, volgens mij, waar wij mee aan de slag zijn. In onze gemeenten, in onze culturele instellingen, in onze podia, in onze buurten, op scholen. Letterlijk tussen de kinderen. Het steeds dichterbij brengen van de wereld waarin kunst en cultuur van iedereen is. En in de eerste plaats van de allerkleinsten. Ik geloof dat dat de basis is om te bouwen aan die culturele stad, die culturele regio, die culturele dorpen van de toekomst. En dan maakt het mij niet uit of die kinderen in Bocholtz of in Oirsbeek wonen, of ze in Mariarade of Kerkrade West opgroeien, dat ze geboren worden in Abdissenbosch of Windhagen. Die kinderen zijn ons allemaal even lief, en we geloven ook dat ze allemaal, op hun manier, een bijdrage kunnen leveren aan dat totaal dat cultureel Parkstad kan zijn.
Een aantal van de mensen hier, samen met de mensen die er nu niet kunnen zijn, zijn absoluut de koplopers daarin. Zijn toch de degenen die daar dag in dag uit, elke dag, mee aan de slag gaan. Dat verdient alleen maar een heel groot compliment en een diepe buiging, en nog iets; Een borrel op afstand. (…)
Hopelijk kunnen we komend jaar weer de deuren van de instellingen opgooien, kunnen met z’n alleen de scholen weer in. Volgens mij is dat de allerbeste beloning die we onszelf en jullie kunnen geven. Namelijk dat die kinderen weer aan de slag gaan met kunst en cultuur en hun eigen talenten ontwikkelen. Ga zo door, verspreid het goede woord en het beste bewijs dat we dat goed doen, is het aantal toenemend kinderen, scholen en gemeenten dat mee wilt doen. Wat mij betreft gaan we volgend jaar de nieuwe toevoeging vieren. Chapeau en dank!"