11 november 2020
Wat speelt er op school, met: Juliëtte a Campo
Juliëtte a Campo is werkzaam op (V)SO de Buitenhof in Heerlen, een school voor leerlingen met een psychiatrische achtergrond. Er wordt gewerkt met een heel bijzondere doelgroep die bestaat uit leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte tussen de 4 en 18 jaar oud.
Hallo Juliëtte. Kun je kort iets vertellen over de school waar je werkt?
Onze doelgroep is heel breed, we bedienen eigenlijk alles tussen kleuter en puber, allemaal met een stukje eigen problematiek of rugzak. De klassen zijn niet al te groot en in totaal hebben we zo’n 250 tot 300 leerlingen. Ons onderwijsteam bestaat uit ongeveer 50 mensen en de school is onderdeel van Stichting Alterius. We hebben locaties in Maastricht en in Heerlen. Zelf ben ik werkzaam op de hoofdlocatie en die ligt in de Heerlense wijk Welten.
Wat is jouw rol op deze school?
In 2004/ 2005 ben ik begonnen als vervanger in het onderwijs. Ik merkte toen al snel dat het praktijkonderwijs en de bovenbouw mijn voorkeur hadden. Ik blijf altijd terugkomen op de praktische vakken omdat ik daar een stuk creativiteit in kwijt kan. In het praktijkonderwijs zie je de leerlingen bovendien vaak in een meer ontspannen situatie. Op dit moment draai ik een projectgroep van zeven leerlingen met een pittige problematiek. Met hen werk ik op dit moment binnen het project ‘energie.’ Binnen een thema bedenk ik dan vaak een aantal leuke opdrachten, waarbij ik altijd goed om me heen kijk naar het lokale aanbod. Zo willen we binnen het huidige project bijvoorbeeld een kijkje gaan nemen in het Continium. Dat lijkt me erg leuk én leerzaam voor de kinderen in mijn groep.
Wat doet de school aan cultuureducatie?
Bij ons op school volgen we het visie-traject en het afgelopen jaar hebben we samen met SCHUNK een co-creatie gedaan op het gebied van mediawijsheid. We proberen de leerlingen zo veel mogelijk te verbinden aan het lokale cultuuraanbod in en rond Parkstad. Hierbij wordt er gekeken naar de belevingswereld van de leerlingen. Hier passen we vervolgens de activiteiten op aan. Vaste programmaonderdelen zoals de Kinderboekenweek worden hierin meegenomen. Daarnaast zijn we onlangs ook naar het Thermenmuseum geweest. Een aantal jaar geleden heb ik met een bovenbouwgroep een ‘murals-tocht’ gelopen in de stad. Vaak wordt op pad gaan buiten de schoolmuren door collega’s vooraf gezien als een flinke uitdaging, maar de graffiti-tocht bleek qua belevingswereld en doelgroep een schot in de roos. Door een lokale cultuurheld én street-art-expert (Raenys Martis, red.) te betrekken bij deze excursie werd de interesse van de jongeren optimaal geprikkeld en kwamen er veel vragen bij hen op. Dit terwijl ze vooraf eigenlijk achteloos aan de kunstwerken voorbij wandelden.
Waarom vind jij cultuureducatie belangrijk?
Ik vind het belangrijk om te focussen op wat leerlingen wél kunnen, ondanks hun beperking. Ik wil ze succeservaringen laten opdoen en ervoor zorgen dat ze hun eigen talent en dat van anderen leren (h)erkennen. Dit wil ik ook uitdragen naar de maatschappij. Vooroordelen zijn vaak namelijk snel bedacht. Bovendien krijgt onze doelgroep cultuureducatie niet altijd vanuit huis mee. Het is heel mooi om dan raakvlakken bij ze te vinden waardoor ze zich verbonden gaan voelen met een opdracht en ontdekken welk aanbod er in hun eigen omgeving aansluit bij hun capaciteiten.
Hoe komt een culturele activiteit tot stand?
Dat verschilt nogal. Bij mij in de klas ontstaat het vaak uit wat de kinderen zelf willen. Begin dit schooljaar kwamen ze met het initiatief om hun eigen gym-shirts te ontwerpen en verven. We hebben toen vrijwel meteen tie-dye setjes aangeschaft en zijn toen kleurrijk aan de slag gegaan. Andere keren komen er activiteiten voort uit de inspiratie van collega’s en soms rol je van de ene activiteit in de andere. Privé interesseer ik me ook in de culturele sector en daar doe ik natuurlijk ook constant ideeën op. Mijn enthousiasme probeer ik dan over te brengen op mijn klas.
Wat vind jij de leukste activiteit die georganiseerd is?
Op mij heeft de eerder genoemde ‘murals-tocht’ de meeste indruk gemaakt. Er was goed over nagedacht en samen met de betrokken expert hebben we het allemaal heel goed afgestemd op onze doelgroep. Met name dit laatste heeft ervoor gezorgd dat het een hele succesvolle middag was. Goede voorbereiding is hierbij essentieel omdat de verhalen achter de kunst zo overgebracht konden worden op een manier die bij deze jeugd beklijft. De positieve reacties achteraf zijn me goed bijgebleven. Daar doe je het voor.
Kun je een aantal van die positieve reacties delen?
Het is vooral een compliment als ze achteraf vragen of we het nog een keer kunnen doen. Ook merk je het heel goed als hun nieuwsgierigheid geprikkeld is. Dat is erg leuk en aanstekelijk om in mee te gaan. Oprechte interesse in hun eigen verleden als we door het Thermenmuseum lopen is daar een goed voorbeeld van. Zo blijft het cultureel erfgoed toch een beetje in beeld bij de volgende generatie.
Wat zou je op het gebied van cultuureducatie nog heel graag met de school willen bereiken?
Het mag altijd meer. We zetten mooie stappen en we leren veel van elkaar. Er ligt nog een groot ongebruikt aanbod. Daar is veel winst te halen. Ook moeten we in gesprek blijven met onze cultuurpartners. Zo heb ik onlangs een korte brainstorm gehad met een collega van de SCHUNCK bibliotheek met als doel om leerlingen meer aan het lezen te krijgen; een actueel thema binnen een maatschappij vol schermpjes en smartphones. Dat idee komt voort uit de samenwerking van de icc-cursus en de cursus ‘grondstof.’ Binnen een halfuur samen sparren kwamen we op zoveel ideeën uit! Dat had ik nooit verwacht. Voor boeken en de bibliotheek lopen mijn leerlingen vooraf nou niet bepaald warm. Ze zijn niet zo van het lezen. Dat samen afstemmen heel erg kan helpen om dat enthousiasme wel te kweken is iets wat ik hiervan geleerd heb. Dat zouden meer collega’s moeten doen. Gebrek in tijd is eigenlijk geen excuus. Het brengt je namelijk zóveel meer leeropbrengst. Je moet ze blijven inspireren, anders ben je ze kwijt.